Inleiding
De combinatie van cognitieve en gedragstherapeutische procedures wordt cognitieve
gedragstherapie genoemd. In de ontwikkeling van beide therapievormen van de laatste
25 jaar bleken een aantal psychische klachten beter met cognitieve therapie te
behandelen terwijl andere klachten weer beter met gedragstherapie te behandelen waren.
De combinatie van beide therapieën leek een logische stap speciaal ook omdat cognitief
therapeuten vaak in de traditie van de gedragstherapie werkten.
Cognitieve gedragstherapie blijkt (met de interpersoonlijke psychotherapie) de
gunstigste effecten op te leveren in therapie effectstudies (S.D. Hollon e.a, 1992).
De verdere ontwikkeling van zowel de cognitieve als de gedragstherapie na 1960 heeft
dit mogelijk gemaakt en vooral ook het feit dat deze therapievormen werden uitgebreid
naar andere psychische klachten zoals paranoïde wanen, depressies, posttraumatische
stress en persoonlijkheidstoornissen.
De cognitieve gedragstherapie gaat ervan uit dat gedachten, gevoelens en gedrag op
een bepaalde manier met elkaar verbonden zijn. Iemands gedachten beïnvloeden zijn of
haar gevoelens en gedrag. Negatieve gedachten zoals 'ik ben niks waard' of 'ik kan
dat toch niet' kunnen psychische problemen veroorzaken of versterken.
De cognitieve gedragstherapeut zal samen met de cliënt nagaan welke ideeën hij heeft
over zichzelf en anderen, wat anderen van hem denken, wat hij zou moeten doen en/of
kunnen, of dat de cliënt schuld heeft aan iets, enzovoorts. De therapeut zal
vervolgens met de cliënt in gesprek gaan over de mate waarin zijn ideeën op
realiteit berusten. Het accent ligt op het aanleren van andere, meer positieve
gedachten. Via het beïnvloeden van denkbeelden kan de cliënt zijn gevoelstoestand in
gunstige zin veranderen. Daardoor verandert zijn doen en laten in positieve zin en
verminderen zijn klachten.
klik hier voor meer uitgebreide informatie...
*Bron: CCGT - Zoetermeer - 1 september 2019